Microgroente kweken.
Microgroenten zijn niet alleen erg gezond en lekker, maar ook nog eens bijzonder gemakkelijk zelf te kweken.
Wat is er nodig:
- Zaden
- ondiepe schaaltjes of schoteltjes
- doorzichtige plastic zakjes
- 1 pak watten
- zeef
- plantenspuit
Let op: Gebruik alleen zaden die speciaal voor het kweken van spruitgroenten bedoeld zijn.
'Gewone' zaden kunnen behandeld zijn met chemische middelen.
Makkelijke microgroenten: tuinkers, mosterd, tarwe
Microgroenten zijn niets anders dan hele jonge plantjes,
een soort babygroenten eigenlijk.
Bijna alle groenten en granen zijn in dit vroege stadium te eten,
met uitzondering van giftige planten, zoals leden van de nachtschadefamilie (tomaat, aubergine, etc.).
Er hoeft voor de ontkieming in de meeste gevallen maar aan twee voorwaarden te worden voldaan:
het moet warm genoeg zijn en er moet voldoende vocht aanwezig zijn.
Aan het werk...
1. Spoel de zaden om in een zeef onder de kraan.
2. Bedek de bodem van het schaaltje met watten en maak deze vervolgens vochtig met lauw water uit de plantenspuit.
3. Strooi een eetlepel zaden uit over de watten.
4. Stop het schaaltje in een plastic zak en zet het op een warme plek, zoals een vensterbank.
5. Haal het plastic weg als de zaden uitlopen en houd de watten vochtig met de plantenspuit.
6. Oogst de kiemen als ze groot genoeg zijn (meestal binnen een week): neem een schaar en knip de plantjes tot aan de wattenbodem af.
Bijzonderheden:
Spruitgroenten kunnen het hele jaar door gekweekt worden.
Interessant om te weten:
Met tuinkers kunnen leuke proefjes worden gedaan.
Zet bijvoorbeeld eens een lege wc-rol rechtop in een schaaltje met ontkiemende zaden.
De kiempjes die in de rol staan, zullen veel sterker groeien dan de kiempjes erbuiten.
Dat heeft te maken met het gebrek aan licht binnen het rolletje.
De plantjes rekken zich uit om zo snel mogelijk het voor de fotosynthese benodigde zonlicht te bereiken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb